Schil de sjalot en aardappel en snij beide in dunne plakjes. Bak de sjalot lichtjes aan in boter of olie tot het glazig en geurig is, dit is makkelijk om direct in de soeppan te doen.

Doe de aardappel en doperwtjes erbij en het water of bouillon, al moet ik zeggen dat de bouillon in dit geval echt overbodig is, de soep is smaakvol genoeg met alleen water. Laat het geheel 10 minuten op een zacht vuurtje doorkoken. Even laten afkoelen, verse kruiden toevegen, en pureren met een staafmixer of blender. Als je de soep wat te dik vindt, kun je een beetje kokend water toevoegen tot hij de gewenste dikte heeft. Eventueel kan de soep door een zeef gewreven worden voor zeer gladde en romige textuur, maar echt noodzakelijk is het niet.

De soep in voorverwarmde kopjes of kommen doen, een beetje geitenkaas eroverheen verkruimelen, versieren met wat gehakte kruiden en een drup olijfolie. Eet smakelijk!